Rechenschaftsbericht 2023

Der Rechenschaftsbericht für das Jahr 2023 kann hier nachgelesen werden

 

 

 

 

                        Zweiter Fotonachmittag am 24.02.2024

 

                                                               
                                   

          


                             

 

 

 

 

 

 

1. Halbjahresprogramm 2024

 

 

 

 

 

 

 

 

 


                                                                   
offenes buch-clipart Clipart Bilder | Kostenlose ClipArts

 

 

                               Hinweis auf Neuerscheinungen

 

 

 

 

 

 

 

        

 

 

                      Dr. Hermann Terhalle Ehrenbürger
                      der Stadt Vreden



 

 

 

 

 

 

  Fahrradtouren starten wieder

 

 

 

 

 

 

 

Die Vredener Tonindustrie

 

 

 

Ziegeleien sind im mitteleuropäischen Raum seit dem Ende des 12. Jahrhunderts bekannt. In Ermangelung von natürlichem Steinmaterial wurde der Backstein zunächst zum Bau von Wehr- und Kirchbauten genutzt. Der erste urkundliche Nachweis eines Ziegelofens in Vreden stammt aus dem Jahr 1494.

 

Neben der städtischen und einer gemeinsam mit dem Stift betriebenen Ziegelei existierten im 19. Jahrhundert in den Bauerschaften weitere private Ziegeleien und Pfannöfen.

 

 

Der Ton wurde in „Lehmkuhlen“ abgebaut und vor Ort als Feldbrand zu Backsteinen und Dachpfannen verarbeitetet.

 

Unter den Ziegeleien in Stadt und Kirchspiel Vreden war die Vredener Tonindustrie GmbH die bedeutendste. Sie wurde 1909 gegründet.

Am südlichen Stadtrand, zwischen der Winterswijker Straße und der Wikbertstraße, stand das Fabrikgebäude. Die Firma nutzte den in Ellewick vorkommenden Ton, der dort schon seit Jahrhunderten abgebaut wurde.

 

Mit einer Feldbahn, zunächst von Pferden, dann von einer kleinen Dampflokomotive und später von einer Diesellok gezogen, wurde das Rohmaterial rund 6 km zur Ziegelei nach Vreden transportiert.

 

Hergestellt wurden Ziegelsteine, Dachpfannen und Drainrohre. Der letzte Brand der Vredener Tonindustrie GmbH wurde Weihnachten 1968 beendet.

 

Die Ziegeleistraße erinnert heute an den Standort des Betriebs.

 

„Vredenske Pannen“ waren lange ein Begriff und noch heute sind viele Gebäude damit gedeckt.

Im Volksmund erinnert der „Schienenweg“, wie man den „Venndiek“ noch immer bezeichnet, an das ehemalige Lehmbähnchen. An den früheren Lehmgruben entstand später das Ferienwohngebiet „Seerose“.

 

 

Der „Schienenweg“ ist Bestandteil des Europa-Radwegs R1 und zählt zu den meistgenutzten touristischen Routen in Vreden. Die Aufstellung der alten Lore auf dem kurzen Gleisabschnitt soll zur Erläuterung des Namens „Schienenweg“ und als Erinnerung an die jahrhundertelange Tradition der Ziegelherstellung in Vreden dienen.

 

 

 

Heimat- und Altertumsverein der Vredener Lande e.V. im Jahr 2021

 

 

 

Literatur:
Hermann Terhalle: Quellen und Studien zur Geschichte Vredens und seiner Umgebung II, Beiträge des Heimatvereins Vreden zur Landes- und Volkskunde Bd. 43, Vreden 1994

 

 

 

 

 

 

 

 

                   

 

 

“Lehmlore” aan de Schienenweg – Een herinnering aan de klei-industrie in Vreden

 

Het plaatsen van de oude lorrie (leemkarretje) op het korte spoorlijngedeelte is bedoeld om de naam “Schienenweg” te verklaren en als herinnering aan de eeuwenoude traditie van de baksteen productie in Vreden.

 

Steenfabrieken zijn al sinds het einde van de 12e eeuw bekend in Centraal-Europa. Bij gebrek aan natuursteen werd baksteen aanvankelijk gebruikt om vestingwerken en kerken te bouwen. De eerste schriftelijke bewijsstukken van een steenoven in Vreden dateren uit 1494.

 

Naast de gemeentelijke steenfabriek en een steenfabriek die samen met het stift werd geëxploiteerd, waren er in de 19e eeuw nog andere particuliere steenfabrieken en panovens. De klei werd gewonnen uit leemputten en ter plaatse verwerkt in een veldbrandoven om daarvan bakstenen of dakpannen te maken.

 

 

De “Vredener Tonindustrie GmbH” was de belangrijkste steenfabriek van de stad en de parochie Vreden. Deze werd opgericht in 1909. Het fabrieksgebouw stond aan de zuidelijke rand van de stad tussen de Winterswijker Straβe en de Wikbertstraβe.

 

 

Het bedrijf haalde de klei uit Ellewick, die daar al eeuwen werd gewonnen.

De onbewerkte klei werd ongeveer 6 km naar de steenfabriek in Vreden vervoerd via een veldspoorlijn, eerst getrokken door paarden, daarna door een kleine stoomlocomotief en later door een diesellocomotief. Er werden daar bakstenen, tegels en drainagebuizen gemaakt.

 

De Vredener Tonindustrie GmbH staakte zijn productie met Kerstmis 1968. De “Ziegeleistraβe” herinnert vandaag de dag nog aan de locatie van het bedrijf.

 

 

“Vredenske Pannen” (Vredense dakpannen) was lange tijd een begrip en bij veel gebouwen liggen die dakpannen nu nog op het dak. In de volksmond doet de “Schienenweg”, zoals de “Venndiek” nog steeds aangeduid wordt, denken aan het voormalige kleispoorlijntje. Bij de oude leemputten is later een park met vakantiehuisjes ontstaan, de “Seerose”.

 

De “Schienenweg” maakt deel uit van de R1 Europese fietsroute en is één van de meest populaire toeristische routes in Vreden.

 

 

 

Heimat- und Altertumsverein der Vredener Lande e.V. im Jahr 2021

 

 

 

Literatur:

Hermann Terhalle: Quellen und Studien zur Geschichte Vredens und seiner Umgebung II, Beiträge des Heimatvereins Vreden zur Landes- und Volkskunde Bd. 43, Vreden 1994